Hoe een Zweed Walter’s Blue Thunder overleeft en waarom je een paar van die fietsende spoorwegjongens mee zou moeten laten laten doen aan de Tour de France. Zie foto’s en filmpje.
Kreet van de dag:
Claus staat na een nacht zuipen ’s morgens voor de spiegel en zegt: Ik ken je weliswaar niet maar ik zal je wel scheren.
Nog tijdens de avond was al bepaald dat we zondag iets later zouden beginnen. Om 11 uur zouden we wegrijden. We hadden ook iets meer tijd nodig. Iedereen lag vrij laat in bed al dan niet met veel alcohol. Claus was nog lang zoek, we kregen hem niet wakker. Wat wil je ook na een fles whisky van een merk dat ik nog niet in de tank van m’n auto gooi.
De Maasman was om 8 uur al buiten de SM aan het wassen. We hadden de auto’s niet meer in het straatje naast het hotel geparkeerd omdat de bomen boven de parkeerplaats een of ander gemeen goedje produceerden dat op de auto leef plakken. Het is altijd hetzelfde in Zweden, de natuur werkt tegen je, als het geen elanden zijn dan doen de bomen het. Een stukje verderop was een vrije parkeerplaats en daar stonden alle auto’s. Maar onze Diva blonk en de anderen plakten allemaal nog.

Ook de kerel die gisteravond het lichtgevend groene drankje had gedronken was er. Het verhaal ging als volgt: Walter stond aan de hotelbar en daar kwam een van de leden van de zweedse club aan, helaas weten we zijn naam niet meer. Hij was aan het overleggen wat hij zou bestellen en wees als eerst op een Pisang Ambon en begon toen te bedenken waar hij het mee zou mixen. Walter stelde hem voor een Bols Blue te nemen en daar bier bij te doen. Blauw en geel (De kleuren van de zweedse vlag) wordt groen. Dat werd het ook. Het gaf zelf licht in het donker: “Blue Thunder“. Hij heeft het keurig opgedronken en hij leefde ook nog. Er zijn gevallen bekend van mensen, die anders veel alcohol verdragen, die na 2 van die drankjes omkiepen.

Het ontbijt was officieel van 8 tot 10 maar na tienen druppelden er nog velen binnen. Na het ontbijt gingen we buiten wachten op de anderen. De Noren waren redelijk snel maar die gingen dan ook weg. Die moesten nog naar Trondheim en dat is een roteind weg. We hebben nog even met de noorse voorzitter in spé John Rist gepraat, de noorse club gaat er vrijwel zeker komen en op de eerste meeting werden we uitgenodigd. Na een kopje koffie druppelden ze allemaal naar buiten, zelfs Claus leefde weer. Hij had een kegel die ze in Denemarken ook konden ruiken en Keith Richards ziet er beter uit maar je kunt niet alles hebben.

We gingen om iets na elven echt weg. Walter mocht bij Lasse in de auto mee, Lasse heeft wat eigen modificaties aangebracht aan zijn Diva. Thermostaat op de oliekoeler zodat ze sneller warm wordt (kun je eerder scheuren), een systeem om de auto minder te laten overhellen, de airco doet het, hij heeft de motor geisoleerd zodat zijn SM duidelijk minder herrie maakt dan andere SM’s. Best leuk. Alhoewel Lasse eigenlijk cellist is doet hij de meest vreselijke dingen met auto’s, hij bouwt het actieve veersysteem van een Xantia in een SM, hij heeft een Maserati Merak motor liggen die hij in een nog nooit gebruikte carosserie van een SM wil bouwen, een echte doe het zelver dus.

De tocht ging vandaag naar een spoorweg museum. Hier stonden meerdere gigantische stoomlocs. Die dingen zijn in het echt nog groter dan op plaatjes. We kregen ook nog wat zweedse uitleg maar we waren nog niet wakker genoeg om daar wat van mee te krijgen. We kregen collectief vreselijk vieze handen van de locs die niet echt schoon waren.

In het museum hadden ze ook van die losse karretjes die over rails rijden. Er was een gemotoriseerde maar de meeste waren gewoon een soort fietsen met zijspan. Leek ons behoorlijk eng. Als je dan een trein hoort aankomen leer je wel snel fietsen. Het verbaasde ons eigenlijk dat we nog nooit zweden bij de ‘Tour de France’ hadden gezien. Als je een paar van die fietsende spoorwegjongens mee zou laten doen en je doet even het geluid van een trein na dan demareert zo’n pelotonnetje zweden sneller dan een roedel elanden met diaree. De gele trui moet een eitje zijn. Eigenlijk hebben ze die toch al vanwege hun vlag.
De loods bij het museum lag vol met gereedschap en losse onderdelen. Willempie ontdekte in een doos een door hem ontworpen afwaskwast. Zijn bedrijf, dat A&E Design heet, werd al snel door ons LB desing genoemd (Lekker Belangrijk). Dat afwaskwasten ontworpen werden kwam als een verrassing voor ons. Willempie blijft een rare (afwas)kwast

Na een (fris)drankje in het restaurant, natuurlijk in een omgebouwde restauratiewagon, was het tijd om gedag te zeggen tegen de Zweden en bleven we met de duitsers over. We spraken met hen om 6 uur in het hotel af om gezamenlijk te gaan eten. Dit moest buiten het hotel, dat was na het vertrek van de SM club uitgestorven en er werd op zondag niet gekookt.
Ook de Maasman moest natuurlijk nog even een stukje sturen in Lasse’s SM dus reden we een stuk samen met Lasse richting zuid. We hebben Lasse nog wat tekst in het Zweeds in laten spreken voor de website en namen toen afscheid van hem. Natuurlijk ligt de wijn die we voor hem hadden meegenomen nog bij ons in de kofferbak. Misschien was dat een hint van boven dat we nog eens terug moeten.

’s Avonds zouden we nog een biertje drinken. Horst en Claus gingen met een andere boot terug dan wij, ze moesten om half negen ’s morgens in Goteborg zijn voor de boot naar Frederikshaven. Slecht gepland van de heren want wij hadden maandag een relaxte dag omdat we pas ’s avonds om half acht met de boot moesten. Dus wij konden nog een hotspot zoeken en de website overtoeteren en natuurlijk kadootjes kopen voor het thuisfront.

We reden naar het meer waar we gisteren waren. Onze Garmin vond de weg erheen snel terug en we rosten die kant op. We hadden inmiddels uitgerekend dat je in een SM geen last hebt van elanden. Als er zo’n suffe koe met een gewei voor je auo gaat staan moet je gewoon zorgen voor genoeg snelheid (geen probleem). Je maait hem kort onder de knieen ondersteboven en voor ie valt ben je eronderdoor.

Omdat we op weg naar het meer weer langs Åmål kwamen besloten we om daar wat proviand in te slaan. Bij tankstations die we probeerden waren geen broodjes te krijgen maar we kwamen erachter dat in Zweden de supermarkten, zelfs in gaten als Åmål, alle dagen geopend waren. Degene die wij bezochten zelfs van 8 to 23! We sloegen broodjes, zalm, ham en kaas, gravad lax saus en twee toetjes in met wat plastic bestek. Dat moest lukken zo.

Het meer vonden we in no-time terug met behulp van de Garmin. Van de gebruikersvriendelijkheid zijn we niet zo overtuigd, dit is echt een techneuten speelgoed maar je kunt er veel meer mee dan met de Becker navigatie. Daar kun je geen leuk plekje aan een meertje mee vinden.

De wind was vandaag behoorlijk sterker. Het waaide heftig dus zwemmen was er niet bij dit keer. Gelukkig hadden we werk zat. Maas ging het filmpje van dag 3 maken en Walter ging teksten bedenken. Eerst even lunchen in de vrije natuur en dan aan de slag. Na het eten wilden we de resten van de lunch weggooien. Zweden is een heel schoon land en je laat het wel uit je hoofd om de rotzooi te laten slingeren. Nu hadden we allebei de dag ervoor iets in een prullebak gegooid dus gedachtenloos liep Walter met rommel naar de prullebak alleen om na een paar passen verbaasd te kijken waar het ding was. Snel de iBook opengeklapt om de foto’s van gisteren terug te halen en jawel hoor: er was eerst een prullebak. Blijkbaar had iemand die zaterdagavond, -nacht of zondag morgen weggehaald. Zweden……

Wat werkt de menselijke hersens toch prachtig. Geen van ons beiden had bewust iets in de vuilnisbak gegooid, maar we wisten allebei dat ie er was. Als ie er nog gehangen had was niemand verbaasd geweest dat je het uberhaupt wist. We sluiten om er een prijsvraag van te maken.

Nog zoiets typisch Zweeds. We hadden al gezien dat er een klein huisje in het bos stond. We liepen er heen om vast te stellen dat het 2 toiletten waren. Werkelijk keurig netjes ingericht met leuke posters, luchtverfrissers, toiletrollen an wat dies meer zei. Probeer dat maar eens bij ons, het is al gemold voor je je omgedraaid hebt. Binnen 10 minuten staan er 40 schuttingwoorden, – waarvan je de helft niet kent – opgekrast en gespoten en de eerste Hollander die het gebruikt neemt de toiletrollen en de luchtverfrisser mee naar huis. Het is te triest voor woorden.

Het moet mogelijk zijn, volgens ons, om een zinvolle bestemming voor al die elanden hier te vinden. Verder heb helemaal niks aan die beesten. Ze zijn groot, zijn verantwoordelijk voor 90% van het mestprobleem, ze lopen in de weg op de weg, ze zijn chagerijnig en ze zien er niet uit. Na wat heen en weer gebrainstorm hebben we tot slot de W-land uitgevonden. Dat is een Eland met W-lan. Cool.

De verhalen, foto’s en filmpje zijn nu weer up-to-date. We pakken langzaam in en laten de Garmin de weg naar huis zoeken. Het is niet echt meer nodig, we weten het zelf ook wel. We zijn klokslag 6 in het hotel maar Claus en Horst stellen voor om 7 uur weg te gaan. Ons best, kunnen we nog effe muzak onder het filmpje plakken. Dat gaat megamaximaal lukken, klont. (Jargon van vandaag….)

Op verzoek even de titels van de muziek onder de filmpjes:
dag1 – Jose Padila, Que Bonita
dag2 – Phil Mison, Lula
dag3 – Underworld, Second Hand
dag4 – Salt Tank, Angels Landing
Om 7 uur lopen we gevieren door Åmål, op zoek naar iets wat niet volkomen uitgestorven is. De film “www.fxxxxx-amal.com” had toch gelijk. We vinden een Turkse Pizzeria annex Shoarma Toko. Niet echt geweldig maar het moet maar. Goedkoop interieur, formica tafels, onverstaanbare bediening en een menu in het Zweeds. In vloeiend Zweeds vragen we Achmed, de kelner, of hij ook bier verkoopt in zijn Zweedse antwoord ontdekken we het woord “Lätöl” wat light bier betekend. We bestellen 4 biertjes en 4 Pizza’s. Claus had voorzichtigheidshalve al een kinderpizza besteld en dat was maar goed ook want ze waren behoorlijk groot. Alleen wij aten ze helemaal op, stoere kerels, de Duitsers lieten de helft liggen. Het smaakt nog prima ook en het is niet eens asociaal duur, alleen maar gewoon duur.

Na het diner lopen we naar de auto’s die achter het hotel staan om wat biertjes te halen. Zoals het echte SM fanaten betaamd gaan de motorkappen nog even open om de constructie van de motorkap- en kofferbakverlichting te bekijken. Voor een niet ingewijde een volkomen raadsel hoe de ingenieurs van Citroën zoiets bedenken. Ze monteren een kogel in een klein pijpje dat zo gemonteerd wordt dat als je de klep opent de kogel naar de andere kant rolt en contact maakt zodat het licht aangaat. Bij het sluiten van de kap rolt de kogel weer weg en gaat het licht uit. Hoop je, anders raakt je accu leeg en daar kun je alleen maar bij als de motor loopt, het rechtervoorwiel eraf is (eerst in de hoogeste stand zetten) en je een luikje wegschroeft.

Walter’s advies was om het met een videocamera te testen. Gewoon op opnemen zetten, onder de kap leggen en dichtdoen. Na 10 seconden doe je hem weer open en bekijk je het filmpje. Werkt ook voor de koelkast.

Met de biertjes begeven we ons naar de kant van het meer en drinken die in gezelschap van 2 sigaren en Claus en Horst op. Het is nog bijna licht buiten ondanks dat het al bijna 10 uur is en zeker niet koud. Terug in het hotel nemen we afscheid van Claus en Horst, wisselen nog snel email adressen uit en gaan we nog snel typen op de kamer. Clemens tenminste, Walter ziet z’n bed en valt in slaap, snurkend en wel.

Het bewerken van de foto’s duurt toch wel lang steeds. Je wilt ze vanuit iPhoto exporteren naar een webpagina met thumbnails, maar Adobe Photoshop Elements maakt van dezelfde foto’s aanzienlijk kleinere bestanden. Dat is wel zo leuk voor uploaden, maar ook voor bezoekers die geen ADSL hebben.

We moeten de volgende keer iets meer voorbereiden, zodat sommige acties niet met de hand hoeven. Nou ja, je leert altijd wat bij. Een aantal jaren geleden heeft de zweedse SM club een rit naar Nordkap gemaakt, het lijkt ons wel gaaf om dat eens te herhalen eind juni natuurlijk om de midzomernachtszon te zien. Maar dan met een iBook onderweg gevoed door de sigarenaansteker.

Mop van de dag:
Een Engelsman staat aan de bar in een echte engelse club en iemand biedt hem een whisky aan. Hij weigert met de woorden: “No thank you, I tried it once but never again”. Naderhand biedt iemand anders hem een sigaar aan. Hij weigert weer met de woorden “No thank you, I tried it once but never again”. Na weer een tijdje komt er een jongeman binnen waarop de weigerachtige Engelsman de jongen voorstelt aan de rest als zijn zoon. Waarop iemand opmerkt: “The only one, I presume?”



